Isolatie aanbrengen

Het aanbrengen van isolatie is vaak een hele klus en je moet altijd nog maar afwachten of het resultaat is wat je er van hebt verwacht. Als je onderstaande tips met betrekking tot het aanbrengen van isolatie in acht neemt, zal het aanbrengen ervan minder lang duren of in ieder geval minder vervelend zijn. En wat voor soort verwarming je ook gebruikt, of het nu stadsverwarming, verwarming op gas of een elektrische verwarming systeem is, isoleren scheelt flink in de stookkosten!

Stel een duidelijk plan op

Alvorens je begint is het belangrijk te weten wat je precies gaat doen en hoe je dat precies gaat doen. Begin niet lukraak ergens in een woning met slopen om dan eens te bedenken hoe je het isolatiemateriaal eigenlijk gaat aanbrengen en überhaupt al waar en wat je precies wil isoleren. Maak een duidelijk plan voor je met het project begint zodat je weet waar je aan toe bent en een basis hebt om op door te gaan.

Zorg voor voldoende materiaal

De grootste ergernis bij klussen is toch wel dat halverwege je materiaal op is en je terug moet naar de winkel. Vaak kun je overtollig isolatiemateriaal gewoon weer terugbrengen (vraag dit voor de zekerheid even na bij je lokale verkoper) waardoor je beter teveel materiaal kunt kopen dan te weinig. Bovendien kun je met grotere hoeveelheden regelmatig korting bedingen bij een bouwmarkt; ook bij je lokale doe-het-zelf bouwhandel!

Neem de veiligheidsvoorschriften in acht

Veiligheidsvoorschriften zijn er niet voor niets. Isolatiemateriaal kan schadelijk voor je longen zijn; vaak zijn het microscopisch kleine vezels waaruit het materiaal bestaat. Zo is asbest voorheen ook als isolatiemateriaal gebruikt waardoor veel mensen asbestziekten hebben opgelopen. Gelukkig is er op dit moment geen aanleiding om er van uit te gaan dat de huidige isolatiematerialen ook net zo schadelijk zijn als asbest is, maar zorg dus dat je goed beschermd bent tegen eventuele schadelijke effecten.

Zorg verder bovenal dat je netjes en zorgvuldig werkt zodat je het overzicht goed kunt bewaren en de kans op fouten zo gering mogelijk is.

(52)